Zo meet je een ruimte in

Wanneer je in grote lijnen voor ogen hebt hoe je de ruimte wilt indelen, wordt het tijd voor het exacte werk. Je gaat de ruimte inmeten. Het kan zelfs zo zijn, dat je hierdoor ineens kenmerken ontdekt die je eerder niet waren opgevallen; een uitsparing in de wand of contactpunt op vreemde plek. Het zou zomaar je indeling kunnen beïnvloeden. Tijd dus om de ruimte goed te bestuderen.

Wat heb je nodig?

Een wit A4 vel, liniaal (geodriehoek is ook fijn, dan kan je eenvoudig een strakke hoek tekenen) potlood en gum zijn nodig voor het noteren van de maten. Voor het meten gebruik je een rolmaat (de grootste die je kan vinden, sommigen zijn maar 2 meter lang en dat werkt niet fijn). Nog handiger is een afstandmeter (deze meet de afstand die je vervolgens van het schermpje kunt aflezen), maar die moet je maar net hebben. 

De voorbereiding

Zorg dat je tijdens het meten lekker kunt doorwerken. Ruim daarom eerst de ruimte op en verplaats obstakels die de metingen kunnen verstoren.

Aan de slag

• Meet de totale lengte en breedte van de ruimte. Schets deze vorm op je A4 vel en schrijf aan de juiste zijde de maat van de muur. 
• Meet de hoogte van de ruimte. Deze maat kan je niet in 2D schetsen dus schrijf je rechts bovenin op je A4 vel: hoogte ruimte = .... cm
• Meet de positie van de ramen, oftewel de afstand vanaf het begin van de muur tot aan waar het raam begint. Zo weet je waar je op je plattegrond het raam kunt schetsen. Vervolgens meet je de breedte van het raam, zodat je deze maat ook kunt schetsen. Je wilt ook graag de hoogte van het raam (h = .... cm) weten en de afstand vloer tot raam (v-r = .... cm). Maar door al deze maten bij het raam te schrijven wordt je maatvoering onoverzichtelijk. Daarom schrijven we deze maten links bovenin op het A4 vel. Wel moeten we aangeven waar deze maten betrekking op hebben. Daarom geven we het raam een letter en een cijfer. Het eerste raam dat je schetst krijgt de combinatie R1, de volgende R2, etc. Links bovenin op je A4 vel schrijf je duidelijk R1 met daarachter de maten (h - .... cm, v-r = .... cm, enz.).
• Meet, schets en noteer op dezelfde manier ook de maten van de deuren.
• Als eerste had je de muren ingemeten. Nu kan het ook zijn dat er in de muur bepaalde uitsparingen zijn of verdikkingen door de aftimmering van een afvoer bijvoorbeeld. Meet deze op, schetst de positie op je plattegrond en schrijf de maten erbij.
• Hetzelfde kan gelden voor het plafond. Wellicht dat er ergens een verlaging is of slechts een klein deel doordat er een bint is geplaatst. Op je plattegrond kan je de positie van zo'n verlaging het beste aangeven met een stippellijn. Zo kan je de aanduiding niet verwarren met een muur. De maten kan je op dezelfde manier noteren als bij de oneffenheden in de muur, maar schrijf daarachter tussen haakjes de letter 'p' van 'plafond'.
• Meet, schets en noteer op dezelfde manier ook de oneffenheden in de vloer. Je raadt het al, schrijf achter deze maten tussen haakjes de letter 'v' van 'vloer', zodat je de maten dus niet verward met die van het plafond.
• Nu begint de zoektocht naar elektrapunten, lichtpunten, schakelaars en andere elektrische aansluitingen (een thermostaat bijvoorbeeld). Ga op dezelfde manier te werk als bij de ramen en deuren. Voor elektrapunten gebruik je de letter 'E' voor lichtpunten de letter 'L' en maak zo het rijtje maar af.
• Andere vaste elementen waarvan de maatvoering belangrijk is te noteren zijn radiatoren, airconditioning unit, vectorput of vrijstaande kachel.

Wanneer je al deze maten hebt genomen, geschetst en genoteerd heb je een heel duidelijk beeld van de ruimte. Een volgende stap zou zijn om deze schets uit te werken op schaal of zoals wij graag doen, in 3D! 

De smaak te pakken? Lees ook: